Voortekenen waren er volop, maar ik heb ze allemaal genegeerd. Hoe ik altijd hijgend de trap opliep, hoe ik soms benauwd of doodmoe was, hoe ik de laatste maanden niet meer in staat was een rondje door het park te rennen.
Tijdens mijn wandelvakantie langs de
Via-Alpina zou dat wel voorbij gaan. Ik had nog 3 weken te gaan tot Monaco, en dan zou ik mijn conditie weer terug krijgen. Maar dat viel tegen. Iedere tien hoogtemeters moest ik stoppen om op adem te komen, en dat werd dagen later niet beter. Ik bleef zelfs enkele keren een dag extra in de berghut om op krachten hopen te komen. Uiteindelijk kwam ik op dag 13 in een dorpje in het dal (Ormea) aan, en besloot ik dan voortijdig mijn tocht te beëindigen. Na een zware tocht kwam ik pas na 3 dagen later weer in Amsterdam. (Wegens politieke redenen reed er geen trein tussen Turijn en Parijs).
Uitgeput kwam ik thuis, en door de hittegolf had ik ook een bizar benauwde nacht. Uiteindelijk kon ik alleen maar door rechtop op de bank te zitten adem krijgen.
De volgende ochtend, 31 juli, maakte ik een lange lijst van dingen te doen, en één daarvan was een bezoek aan de huisarts. Ik kon meteen komen. Na een kort onderzoek belde zij nota bene een cardioloog, en verwees ze mij naar de polikliniek. Hmm, dat zat niet in de planning, maar dan toch nog maar even snel doen. Tot mijn verbazing belandde ik bij de balie van de CCU, waar men mij verbaasd vroeg
"Bent u hierheen komen lopen? Maar dat mag helemaal niet!" Ik moest op een bed gaan liggen, maar mocht mijn onderbroek aanhouden. Daar kreeg ik overal plakkertjes en draadjes en ook nog een waakinfuus. Bloeddruk meten, bloed afnemen, en ik moest een doos pillen slikken. Die avond pas kwam een arts die mij vertelde dat ik
ernstig hartfalen zou hebben, en dat ik die nacht moest blijven.
"Wat nou", zei ik,
"ik heb nog een heleboel dingen te doen", en liet hem mijn lijstje zien. Die nacht plaste ik bijna 4 liter vocht.
De volgende dag goed nieuws, ik mocht naar zaal.
"Wat! Wanneer mag ik dan naar huis?..." Gelukkig had ik mijn mobiel bij mij, dus kon ik familie en vrienden bellen om spul te brengen en andere zaken te regelen. Als ik stabiel genoeg ben kan ik vervoerd worden naar OLVG-Oost voor verder onderzoek. Vier dagen later lag ik in OLVG-Oost (ziekenhuis) en werd daar verder onderzocht. Vele gruwelijke apparaten werden op, om en in mij gestopt, en een paar dagen later was helemaal duidelijk wat er aan de hand was.
Een van de twee lobjes van de
Mitralisklep, die normaal met peesjes aan de onderkant van het hart vastzaten, was losgeschoten. Waardoor de klep nauwelijks nog functioneerde. (
Hier een mooie animatie). En omdat het hart lange tijd overbelast was, is het hart gaan fibrilleren.
Maar gelukkig vond de arts mij verder kerngezond, dus kon ik over een week al geopereerd worden met een minimale invasie via de linkerzijkant van mijn borst, en met een beetje geluk konden ze de klep met een paar hechtingen weer repareren.
Oeps, dat boodschappenlijstje kon ik dus definitief vergeten...
De operatie, 13 augustus, ging snel. Ik werd op een smalle tafel gelegd, mijn linkerarm vastgebonden. Er kwam een kapje op mij af, en toen voelde ik iets raars in mijn keel. Ik voelde een buis en dacht
"grappig, ik word beademd". Maar het volgende ogenblik was de buis weg en brulde een man boven mijn hoofd:
"Meneer Kropveld word wakker, de operatie is geslaagd". In werkelijkheid was men 6 uur bezig geweest met de operatie.
Mijn hele lichaam was vol met draden, buizen en slangen, in ieder gat wel één, en een heleboel gaten erbij gemaakt. Vreselijke nacht in de IC, maar de volgende ochtend was ik al op zaal.
Het herstel ging moeizaam, pijnlijk en traag. Een keer kreeg ik zelfs de hik die 6 uur aanhield, ik ging helemaal kapot. Een andere nacht werd ik wakker geschud. Er stond een kring van witjassen om mijn bed.
"Meneer Kropveld, word wakker. Weet u waar u bent?" Ojee, dat was goed mis. Mijn hart bleek weer te fibrilleren.
De volgende dag verhuisde ik tijdelijk naar de CCU waar ik met een infuus-medicijn een cardioversie kreeg om mijn ritme weer in orde te krijgen. Helaas mislukte dat omdat mijn bloeddruk teveel zakte.
21 augustus: na totaal 22 dagen ziekenhuis mocht ik terug naar huis, samen met een flinke tas medicijnen. Als de medicijnen het gewenste effect hebben, krijg ik poliklinisch een elektrische cardioversie om mijn hart weer in normaal ritme te krijgen. Intussen ben ik herstellende. Het gaat wel heel erg langzaam. Vreemd genoeg heb ik mij nooit ziek gevoeld, maar heb wel nog erg veel pijn aan mijn operatiewond, en heb duizelingen door mijn lage bloeddruk (door de medicijnen).
Lees
het vervolg van dit verhaal.