Bij mijn pensioneren ben ik lid geworden van
Noppes. Dat is een besloten economie waar diensten en goederen betaald worden met een soort van Monopolygeld. Er worden bijeenkomsten georganiseerd, etentjes en activiteiten. Vorige week was er een thema-bijeenkomst waar wij de invloed van de
plasticsoep op de zeezoogdieren bestudeerden. Mijn bijdrage bestond uit het vertonen van enkele filmpjes. Op YouTube heb ik enkele gruwelijke filmpjes gevonden en tijdens het eten vertoond.
Daarop werd ik door Arjuna -die in haar vrije tijd natuurgids is in
Ecomare, voor een weekend uitgenodigd op
Texel. Wij bezochten dit museum met nadruk op de walviszaal -die ingericht is uit de opbrengst van de
amber die in een aangespoelde
potvis is aangetroffen. Er hangen onder andere reusachtige skeletten van deze potvis en een
bultrug.
Maar het hoogtepunt was wel het bezoek aan de geheimtip van dit eiland:
de Walvisbottenschuur. Bezoekers zijn alleen welkom bij uitnodiging, en via de
LETS (De Texel-variant van Noppes) mochten wij erin.
Wij werden hartelijk ontvangen door Adrie, een verweerde en bonkige schipper van een visserskotter de
TX1 -compleet met gouden ringetje door het oor; mocht hij aanspoelen op een ver strand zou dat zijn verzekering zijn voor een ordentelijk graf. Met een glas appelsap uit eigen gaard kregen wij een uitgebreide introductie; in zuiver Texels dialect, -wat moeilijk te volgen is voor een Amsterdammer. Op een gegeven dag besloot hij de botten die hij in zijn netten aantrof niet meer terug de zee in te gooien, maar naar huis te nemen om in een rekje in de schuur te bewaren. Al gauw kwam er een tweede rekje bij, werd er een tweede vloer in de schuur gebouwd, en nu ligt de hele flink grote schuur helemaal vol met diverse vondsten -op een smal gangetje na... Aan ieder bot kleeft een verhaal, en dat kregen wij uitvoerig te horen. Het grootste deel van de collectie bestaat uit walvisbotten, rekken vol met wervels. Een gigantische kaak van een
vinvis, en kisten vol met
baleinen. Een afgietsel van een
penis van 3 meter ("Mijn echte piemel heb ik in Ecomare tentoongesteld"). Maar ook blikken met walvisvlees, diverse harpoenen, waaronder het originele kanon van de
Willem Barentsz.
De onwaarschijnlijke neushoorn van een
narwal, een jonge
bruinvis op sterk water.
Boven zagen wij botten van de landzoogdieren die er leefden toen het gebied nog een grote steppe was. Ieder voorwerp is voorzien van een etiketje, van gegevens voorzien door wetenschappers en jonge onderzoekers van Ecomare.
Na bijna drie uur moesten wij Adrie onderbreken, omdat het al zo laat was geworden. Ik vroeg nog naar het fooienpotje, maar daar wilde hij niets van weten. “Dit is mijn hobby, en daar laat ik niemand voor betalen”.